di. aug 27th, 2024

door Irwin Wist

Donderdag 6 februari 2024: het jachtseizoen op kritische journalisten is nog steeds volop aan de gang, merk ook ik nu. De afgelopen maanden plaatste ik diverse berichten in binnen- en buitenlandse media, waarin ik inging op lokale gebeurtenissen zonder daar de schijnbaar noodzakelijke doekjes omheen te wikkelen.

Recentelijk nog had ik het in mijn berichten over de buitenlandse reacties op wat men elders ziet als een aanval op onze democratie met pogingen om de vrije meningsuiting en de persvrijheid te muilkorven.

The Suriname book prohibition in a global context of free expression

De aanval lijkt te escaleren met nu een openlijke jacht op kritische journalisten.

JIT

Vandaag ontploft mijn inbox met waarschuwingen dat het Justitieel Interventieteam (JIT) naar mij op zoek zou zijn. Personen met wie ik in sommige gevallen al jarenlang geen contact meer heb, kregen bezoek van het JIT met het verzoek of zij even mijn adres en telefoonnummer wilden geven.

Het Interventieteam is volgens Garcia Paragsingh (2021) noodzakelijk voor de aanpak van de grensoverschrijdende criminaliteit. Als het JIT mij zoekt vanwege mijn werk voor buitenlandse media, dan concludeer ik dat schrijven voor het buitenland wordt beschouwd als grensoverschrijdende criminaliteit.

Want bij het JIT denk je, wanneer je de taakomschrijving leest, aan zware misdaad, levensgevaarlijke criminelen, eerst-schieten-dan-vragen-stellen types. Waarom het JIT mij wil spreken, weet ik op deze dinsdagavond officieel nog niet. Het enige wat ik mij kan voorstellen, ligt in het verlengde van wat de afgelopen drie jaren gebruik is geworden: mensen die hun kritiek niet voor zichzelf houden, met groot machtsvertoon oppakken en in een cel dumpen.

Wat de werkelijke reden is, merk ik de komende dagen wel. Want binnenkort ga ik waarschijnlijk zelf naar het JIT toe om te informeren naar de reden van hun bezoekjes.

Prey prey feti

Voor mij is dit niet nieuw. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw moest ik meerdere malen in de loop van een vuurwapen kijken. Twee partijen waren (in het begin soms schijnbaar) met elkaar in gevecht, en daar schreef ik over.

Observeerde ongemerkt de zogenaamd strijdende partijen, bijvoorbeeld vanuit een schuilplaats in de jungle. Maakte reportages van mannen die door een stadje liepen en in de lucht schoten, waarna er verzonnen verhalen in de media verschenen over zware gevechten.

Als voormalig onderofficier weet ik namelijk hoe een gevecht eruit ziet, en wat ik waarnam leek niet op een gevecht. Die zware gevechten kwamen, maar pas later.

Maar goed, daar schreef ik dus ooggetuigeverslagen over. Het resultaat was dat ik weer in de loop van een vuurwapen moest kijken en nog maar net kon uitwijken. Met daarna bijna 30 jaren ballingschap in het buitenland.

Dus ik weet hoe dit ding werkt. Ben op alles voorbereid. Laat mij in de gaten houden, voor het geval dat. Computers en telefoons zijn schoon, dus de identiteit van informanten is veiliggesteld.

 

¿Que sera?

Het zou natuurlijk heel erg dom zijn om te proberen mij te intimideren, of uit het land te verwijderen. De afgelopen jaren heb ik mij namelijk heel erg ingehouden. Hield mij gedeisd, verscheen niet op persconferenties en zelden op bijeenkomsten van journalisten — met name de jongere generatie journalisten kent mij niet en dat vond ik goed zo: niemand hoefde mij te kennen.
Koos er bewust voor niet al te scherp te schrijven, misschien niet de kool, maar wel de geit te sparen: zie het citaat van Leo Morpurgo hieronder.

Zou ik echter gedwongen vanuit het buitenland schrijven, dan gaan natuurlijk de handschoenen uit. Als je niets meer te verliezen hebt, heb je schijt aan alles.

‘Een hoofdredacteur in Suriname is als een burgemeester in bezet Nederland. Op je post blijven, op je hoede zijn, blijven zitten om erger te voorkomen.’ Dat liet Leo Morpurgo, voormalig hoofdredacteur van de Ware Tijd, in 1988  door de NRC optekenen.

De hedendaagse politiek dwingt journalisten weer in die rol: voorzichtig zijn, dan kun je in ieder geval blijven schrijven.

Je kunt in een vrij land vrijelijk publiceren over zaken waar anderen noodgedwongen omfloerst over schrijven. En dat zie ik ook wel zitten: handschoenen uit, niet inhouden, knockout-knockdown systeem.

En natuurlijk is het ook oerstom om de mensen die beweren dat jij als pseudocraat en pseudo-democraat tekeer gaat, het bewijs daarvoor op een presenteerblaadje te geven.

Opkomende dictatuur

‘DNL- leider Dharm Mungra waarschuwt voor opkomst dictatuur in Suriname’, schreef GFC Nieuws op 31 januari 2014. Mungra wijst op de ernstige bedreigingen voor de persvrijheid en het recht op vrije meningsuiting, die nu meer dan ooit in gevaar zijn. Het is dan ook ronduit teleurstellend dat bevriende naties het onderdrukte volk niet krachtiger een hart onder de riem steken. Oil speaks louder than words, zullen we maar denken.

Een kleine greep van waar de Surinaamse media anno 2024 mee te maken hebben:

Sharing is caring!